De vaste vertaler van Houellebecq moet in zijn eigen debuutroman toch haast wel een epigoon van diezelfde Houellebecq zijn. Of niet?
Toen ik Ramkoers begon te schrijven, wist ik één ding zeker: hoe het eindresultaat er ook uit zou zien, er zou voor de buitenwacht altijd de schaduw van Houellebecq over hangen. Ik ben eerlijk gezegd niet anders gewend: wat ik ook doe, waar ik ook kom spreken over welk literair onderwerp dan ook, altijd en overal ben ik in de eerste plaats ‘de vertaler van Houellebecq’. En dat is ook prima. Ik heb inmiddels tien boeken van de goede man vertaald en moet zo’n vier jaar fulltime (24/7) in zijn woorden hebben geleefd, ik ben dankbaar dat ik dat heb mogen doen en het zal ongetwijfeld zijn sporen hebben nagelaten in mijn eigen manier van denken, praten en schrijven.
De vraag is alleen: welke sporen, en hoe diep gaan die? In elk geval niet zo diep dat ik Ramkoers heb bedoeld als een poging om Houellebecq naar de kroon te steken. Dat zou trouwens ook vrij onzinnig zijn: laat Houellebecq maar lekker zijn eigen boeken schrijven. Ik geloof ook niet dat ik me heb laten verleiden tot Houellebecq-pastiches of al dan niet bedekte toespelingen op zijn werk – hoewel ik moet toegeven dat een aantal zinnen van het type ‘Wat voor spel werd hier gespeeld?’ wel dat effect op me hadden zodra ik ze had neergepend. Alles wat ik wel bewust met hem deel – de ‘nonchalante’ stijl, hyperrealistische beschrijvingen en expliciete vermeldingen van merknamen – is eerder kenmerkend voor een bepaald soort Franse literatuur, niet alleen voor Houellebecq.
Alles, op één ding na: de abrupte wendingen. Ramkoers draait op alle niveaus om verandering, getuige ook het motto van Mr Spock, en de techniek van de stilistische micro-wendingen heb ik ongetwijfeld van Houellebecq. Hoewel je die ‘invloed’ ook kunt omdraaien: juist voor dat aspect van zijn stijl ben ik al sinds het begin als een van de weinigen erg gevoelig geweest, ik genoot ervan en benadrukte het in mijn vertalingen (die ik zie als ‘uitvoeringen’, muzikale vertolkingen, en niet als mechanische reproducties). De Houellebecq die voor sommigen misschien voelbaar is in Ramkoers, is de Houellebecq die al in me zat voordat ik zijn werk leerde kennen, wat meteen ook verklaart waarom dat werk zo sterk met me resoneert.
In elk geval hebben we (de uitgeverij en ik) het zekere voor het onzekere genomen door Ramkoers geen gebonden, half linnen omslag zoals de Nederlandse edities van de Franse zwartkijker te geven, maar een genaaid gebrocheerde slappe kaft met flappen ('discrete echte luxe' noemde ik dat ooit). Niet dat het veel zal helpen.